Column 5: Fluitend
Amper zes jaar jong. Uit huis geplaatst. Veel meegemaakt en het hoofd vol, bomvol met nare herinneringen. Herinneringen aan vroeger; geslagen, verwaarloosd, niet gewenst, misbruikt. Een gesloten karakter, teruggetrokken. Geen knuffel willen ontvangen, geen hand door zijn haren. Wel af en toe fluitend in en om het huis, maar verder afstandelijk en gesloten. Bewust? Nee, of toch wel.
Geen makkelijke startperiode van onze eerste pleegzorgplaatsing. Maar met veel observatie, geduld en zachtmoedigheid omringden we hem. Na een EMDR sessie en traumatherapie kwam het zonnetje door de wolken. De eerste weken een vaag zonnetje. Af en toe dagen met mist, soms dichte mist. Maar vaak wel drie stappen vooruit en twee stappen terug! Oftewel, er was vooruitgang! Je zag hem langzaamaan zijn “rugtas" uitpakken en steeds meer zichzelf ontwikkelen.
Nu enkele jaren later zie ik hem gaan. Met zijn zware rugtas. Wel een andere rugtas dan vroeger. Deze rugtas zit vol met boeken, leerboeken. Ik zie hem gaan, nu fluitend, vol plezier en als zichzelf op die grote fiets. Zelfs 28 inch!!. Zie hem gaan, fluitend naar het VWO. Een prater is ie nog steeds niet. Maar fluitend, vrolijk en vol plezier door het leven. Genietend, en fluitend! Op zijn manier. Fluitend komt ie thuis, de vogels in de tuin begroeten hem…..al fluitend!
Column 4: Hoestdrankje
Al na een aantal weken voelde onze pleegdochter zich thuis. Ze wilde veel helpen en alles zelf doen. Naar de supermarkt gaan, was een feest op zich. Ze groette iedereen en was heel sociaal. De supermarkt leek wel een pretpark. Er is zoveel te zien en te beleven. De gangpaden door, omkeren, weer terug en dat bij iedere rij. Totdat wij in de rij voor de kassa staan.
Ineens schreeuwt ze: “We zijn wat vergeten!” Ze kon het niet uitleggen, maar had het onderweg wel zien staan. Niet op de bakkersafdeling, niet op de groenteafdeling, niet op de slagersafdeling, maar daar! Daar stond het, hoog opgestapeld, naast de frisdrank. “Kijk, die moeten we hebben!” Ze wees met haar dunne vinger naar het bier. Die groene kratten Heineken. “Hoestdrankje!” Ze wist het zeker. “Ze zei: "ik hoorde de buurman hoesten vanmiddag en dit is heel goed voor hem!” Op de vraag hoe ze dit zo zeker wist, antwoorde ze: “Geloof je me niet? Mijn echte papa drinkt ook elke ochtend, middag en avond dit hoestdrankje. En papa zei dat dat goed was en dat klopt hoor! Want hij hoest nooit meer. Maar je moet het wel elke dag gebruiken, dat zei mijn echte papa! Anders komt de hoest
terug!“
“Ach, laat de buurman maar zijn eigen hoestdrankje halen,” zei ik. De rij bij de kassa was behoorlijk ingekort. Later dan verwacht waren we thuis. Als we de keuken instappen, horen we één van de kinderen hoesten. “Hij moet maar zijn eigen hoestdrankje halen” zegt onze pleegdochter. Ik schiet in de lach, en moet denken aan die slogan vroeger op TV: 'Heerlijk, helder……..Hei…..Hoestdrankje!'
Column 3: Zo zorgzaam, maar voor wie.......?
Straatschoffies; zo zagen ze eruit. Broertje en zusje, vol luizen, blote voeten en zwarte handen van het vuil. Voor hen zo gewoon. Ze kwamen begin van de avond en onze hond blafte ze welkom. Alsof onze hond ze al kende, zo bijzonder. Ze waren niet verdrietig, niet huilend, maar gewoon als zichzelf. Ze waren zelfs vrolijk, afwachtend en zo lief. Wel al getekend door het leven, dat kon je zien. Wat hadden ze al niet allemaal meegemaakt?
Voor dit moment maakte dat niet uit. Uitleg was is niet nodig. Na wat gapen en wrijven in de ogen brengen we ze op bed. Ze wilden niet douchen of gewassen worden. Geen tandenpoetsen, want dat hoeft maar 1x per week zeiden ze. En die ene keer was niet vandaag! Zoals ze kwamen, zo gingen ze op bed. Zoals ze op bed gingen, kwamen ze er in de ochtend ook af. Ontbijten waren ze niet gewend. Ze aten niets in de ochtend. Maar na het aankleden werden ze onrustig. Wij dachten dat het misschien heimwee was, misschien het onbekende, misschien de onzekerheid, maar dat was het niet. Ze hadden slecht geslapen. Logisch natuurlijk. Maar het hoge woord kwam eruit. Ze hadden niet meegekregen dat onze hond ’s avonds zijn brokken had gehad. En ook deze ochtend niet. Het jochie maakte zich daar enorme zorgen om. Onze uitleg deerde hem niet. Hij vertelde ons met klem: “Jullie moeten beter voor de hond zorgen, hij mag wel wat dikker en vetter worden!” Maar onze hond is zeer gezond en zeer actief. Dat vond hij niet. “Weet je…” zei hij, “als er nou geen eten meer is in jullie koelkast en in de broodzak, kunnen we altijd nog de hond opeten!" Hoe dikker, hoe vetter, des te meer en langer konden we er van eten, daar had hij van wakker gelegen. Met een glimlach keken wij elkaar aan. Wij wilden zorgzaam voor hen zijn, maar hij was het echt. Zo eerlijk en puur, maar wel met een andere bedoeling, zo zorgzaam, voor de hond!
Column 2: Twee is meer dan 1…
De telefoon gaat; matching aan de lijn. Er klinkt: “We hebben….we zoeken….zouden jullie…..”….en dan is het even stil. ”Ja natuurlijk!” wordt er geantwoord vanuit onze woonkamer. Aan de andere kant van de lijn gaat de vraag verder…..”Ook haar zus(je), ze komen samen!”
Enthousiast, verrast, maar vol verwachting worden de beide kamers gereed gemaakt voor onze nieuwe “logees”. En dan staan ze daar. Ieniemienie en haar tweelingzusje. Op onze oprit, amper 4 jaar jong! Wat spannend. Voor hen beide, maak ook voor ons gezin. Een feestje maken we er niet van. Maar meer dan welkom zijn ze zeker!
Na een korte kennismaking, rondleiding door het huis, een poot van de hond, drinken ze hun limonade heerlijk op. Na enkele dagen volgt er kennismaking op school. De dagen vliegen om, de weken gaan voorbij. Hun “rugzakje” wordt steeds meer bekend, maar juist daardoor ook minder zwaar. Benadering op maat, omgang met liefde, uitleg en begrip. Maar vooral veel geduld. Heel veel geduld.
Na enkele maanden weer een trede verder op de trap. Contact en bezoeken met moeder gaan nu goed. Zelfs zo goed, dat we alles samen rechtstreeks met hun lieve moeder afstemmen. Begrip en respect is er van beide kanten. Moeder komt ook af en toe bij ons thuis. Na een periode van ruim een jaar gaat de tweeling weer thuis bij moeder wonen. We zijn zo dankbaar dat de meiden thuis bij moeder groot mogen worden. En groot worden ze!
Nog steeds hebben we maandelijks contact en af en toe komen ze zelfs bij ons logeren. Dan belt één van beide of het schikt, komend weekend. Tuurlijk, altijd welkom! En we weten dan, er komt niet één, maar twee! Maar ze komen nu niet door de voordeur, zoals de eerste keer……Aanbellen hoeft ook niet, want onze achterdeur staat altijd open! Ze kloppen wel op de deur, twee keer, want twee is meer dan één!!
Column 1: Vier seizoenen op één dag
Zomaar een pleeggezin…zomaar een dag. Het regent buiten. Na de lange zomer nu echt een donker uur met veel regen en wind!
Zo vaak horen wij mensen (ook vrienden en familieleden) tegen ons als pleegouders zeggen, “dat wat jullie doen, wat goed zeg, dat zouden wij ook wel willen, maar ja, bla bla bla……” En dan komen de excuses. Nou, ten eerste, het is niet om trots op te zijn wat we doen. Wel dankbaar en dat zijn we zeker! Dat wij de mogelijkheden hebben en mogen inzetten. En niet wij als (pleeg) ouders, maar juist, wij als (pleeg)gezin. Zelfs onze huisdieren horen daarbij!
Het verrijkt ons leven. Een zinvolle manier dat veel waarde toevoegt. Maar wel een waarde die niet te meten is. In pleegzorgland is het nooit herfst, winter, lente of zomer. Of juist misschien altijd wel. Soms zelfs wel vier seizoenen op één dag, ja echt, het komt voor! Dat maakt het juist zo uitdagend en leuk.
De samenwerking, het team om ons pleegkind heen. Dat wij, als gezin, een schakel mogen zijn in het leven van ons pleegkind. Elke zonnige dag maar weer. Ook op de donkere dagen. In ons gezin is ook de motto: “’t komt aal goud!” Naar buiten kijkend, zie ik de zon door het dikke wolkendek komen.
Vanuit de radio, klinkt het lied “’t Het nog nooit, nog nooit zo donker west of ‘t wer altied wel weer licht!